Etnische registratie: geen uitzondering voor veiligheid
In opinie door Quirine Eijkman op 15-05-2012 | 08:16
Tekst: Quirine Eijkman
Het registreren van etnische gegevens moet niet worden gelegitimeerd door criminaliteitsbeleid of terrorismebestrijding, vindt Quirine Eijkman, senior-onderzoeker bij het Centrum Terrorisme en Contraterrorisme van de Universiteit Leiden. In een reactie op het ongevraagde advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) over het afschaffen van etnische categorisering door de overheid wordt door veiligheidsexperts betoogd dat het toch nodig is. Alleen waar is dit op gebasseerd?
Er is er geen empirisch onderzoek dat een verband legt tussen etnische registratie door de overheid en meer veiligheid. Verder is etnische registratie voor veiligheidsbeleid niet bijzonder effectief en kan het leiden tot etnisch profileren: Het gebruik van veralgemeniseringen gebaseerd op ras, etniciteit, religie of nationale herkomst. Dus eerder dan individueel gedrag of objectief bewijsmateriaal wordt iemands achtergrond als leidend beschouwd.
In het kader van criminaliteitsbestrijding, het voorkomen van terrorisme en vreemdelingen- en integratiebeleid wordt etnisch profileren vaak opgeworpen als de oplossing van het ‘probleem’. Discussies over, bijvoorbeeld, de oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in criminaliteitscijfers, de kosten van immigratie of het uitzetten van criminele Marokkanen focussen sterk op de vermeende relatie tussen etniciteit en maatschappelijke problemen. Als gevolg daarvan worden minderheden in Nederland gestereotypeerd. Verder kan etnisch profileren ook situaties bevatten waarbij beleid, hoewel niet zelf volledig door etniciteit bepaald, toch een onevenredige impact heeft op minderheidsgroepen.
Op zichzelf is het opstellen van profielen legitiem. Het is een middel dat met succes door de veiligheids-, immigratie- of douanefunctionarissen wordt ingezet om de openbare orde te handhaven, grenscontroles uit te voeren of strafbare feiten te voorkomen. Alleen is het de vraag of de inzet van het middel aan specifieke – en wetenschappelijke criteria voldoet. Er bestaat een risico dat personen of groepen worden gestigmatiseerd en zich gaan vervreemden van de maatschappij. Tevens discrimineert de overheid als de profielen zijn gebaseerd op persoonskenmerken zoals etniciteit, ras of godsdienst.
Dit toenemende pragmatische gelegitimeerd door veiligheid heeft gevolgen voor de manier waarop minderheden en vreemdelingen in Nederland worden bejegend. Tegelijkertijd is er meer internationale aandacht voor etnisch profileren door de Nederlandse ambtenaren. Onder andere het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties heeft in haar toetsing van Nederland hierover vragen gesteld. Ook al is het empirisch onderzoek naar etnisch profilering door rechtshandhavers in Nederland bescheiden, er zijn indicaties dat het plaatsvindt. Bijvoorbeeld, uit een studie over de perceptie van etnische minderheden door het Europese Grondrechtenagentschap blijkt, dat 25 procent van de geïnterviewde Nederlandse moslims van Turkse afkomst in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek tenminste één keer staande was gehouden door de politie. 25 procent daarvan had de indruk dat dit was gebeurd op basis van etniciteit. Tevens ontvangt de Ombudsman regelmatig klachten over discriminatie door immigratiefunctionarissen op Schiphol.
Aangezien Nederlandse wetgeving niet rechtstreeks verwijst naar een verbod op etnisch profileren, beroept men zich meestal op internationale mensenrechtenverdragen en de Grondwet. Dus etnisch profileren wordt vaak benaderd vanuit het gelijkheidsbeginsel. Maar aangezien automatisch profileren zoals automatische nummerplaatherkenning (ANPR) steeds slimmer plaatsvindt zijn het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegeven ook in het geding. Verder is er een risico dat het verband tussen etniciteit en crimineel gedrag te gemakkelijk wordt gelegd en dat andere aanwijzingen over het hoofd worden gezien.
Dus etnische registratie moet niet worden gelegitimeerd door veiligheid. Ook al zijn sommige etnische minderheidsgroeperingen oververtegenwoordigd in bepaalde criminaliteitscijfers, het heeft geen voorspellende waarde voor het gedrag van een individu. Verder heeft politie en justitie behoefte aan indicatoren, die werkelijk de kans op sociaal ongewenst gedrag verminderd. Dus omdat etnische registratie kan leiden etnisch profileren, het niet aantoonbaar effectief is en de legitimiteit van de overheid ondermijnt moet het advies van de RMO worden opgevolgd. Er moet geen uitzondering zijn voor het bestrijden van bijvoorbeeld terrorisme. Laat in de democratische rechtstaat de onschuldpresumptie en individueel gedrag leidend zijn voor de overheid.
Quirine Eijkman, senior-onderzoeker bij het Centrum Terrorisme en Contraterrorisme van de Universiteit Leiden. Dit stuk is eerder verschenen op sargasso en in overleg ook op Republiek Allochtonië geplaatst.
Foto: Flickr cc LievenSoete
Link:
RMO-advies: tussen afkomst en toekomst
Artikelen over ethnic profiling hier
Meer artikelen over de term allochtoon hier
Meer over allochtoon, criminaliteit, ethnic profiling, etniciteit, etnisch profileren, Quirine Eijkman, rmo, veiligheid.