Écht integratiebeleid met kwantificeerbare doelen

In opinie door Andree van Es op 26-06-2011 | 21:55

Tekst: Andree van Es

Afgelopen week stond in de Volkskrant een foto van het schoolplein van de Amsterdamse basisschool As-Siddieq. Op de foto: meisjes. Ze dragen allemaal een hoofddoek. De spelende moslimmeisjes confronteren ons met een dubbel gevoel: onschuld versus ongemak, speelsheid versus dreiging.

Is het hun eigen keuze een hoofddoek te dragen? Waarschijnlijk niet, daar zijn ze te klein voor. Is het erg? Er zijn ook orthodox-joodse kinderen en streng gereformeerde kinderen die volgens religieuze voorschriften gekleed gaan. Daar hoor je nooit iemand over. Toch is dit anders. Het is nog steeds niet vanzelfsprekend de kinderen van de As-Siddieq school te zien als kinderen van een kleine minderheid. Het is nog steeds verleidelijk hen te zien als representant van groepen immigranten die niet willen integreren.

Daar moest ik aan denken toen ik de brief over integratie las van minister Donner: de zorg over het bestaan van culturele verschillen tussen de westerse en de islamitische wereld wordt door veel Nederlanders ervaren als een aantasting van kernwaarden van de Nederlandse samenleving. Het delen van deze waarden, vrijheid, verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, tolerantie en solidariteit zijn, volgens de minister, evenals het beheersen van de taal en volwaardige participatie in de samenleving, van groot belang voor een geslaagde integratie van nieuwkomers in Nederland. Daarbij merkt het kabinet op dat pluriformiteit en de vrijheid te leven volgens eigen overtuigingen, integratie niet in de weg hoeven te staan. Juist pluriformiteit is onderdeel van onze samenleving. Maar deze dient wel gepaard te gaan met de wil verbonden te zijn met anderen in de samenleving. Ik citeer: 'kenmerk van integratie is dat men de eigen toekomst en identiteit verbonden ziet met die van de gemeenschap waar men deel van uitmaakt'.

Verbondenheid
Hier slaat Donner de spijker op zijn kop. Integratie betekent zoeken naar verbondenheid. Zeker in Amsterdam, waar de meeste families niet langer dan drie generaties in de stad blijven wonen en meer nationaliteiten (183) samenleven dan in New York, is de vraag steeds opnieuw: hoe leven we samen met al die verschillen? Het tolereren of gedogen van verschillen is daarbij niet genoeg. Onverschilligheid is de bijl aan de wortel van geslaagde integratie. Dat is de afgelopen jaren duidelijk geworden. Er zijn juist meer confrontaties nodig - schurende gesprekken - over deze verschillen om samen verder te komen. Onder het mom van pluriformiteit, is ongelijkheid te lang getolereerd. We kunnen niet langer onverschillig zijn over de positie van meisjes in gesloten, vaak conservatieve gemeenschappen, terwijl we weten dat dit meestal weinig goeds brengt voor hun persoonlijke en psychosociale ontwikkeling.

Ik vind het onbegrijpelijk dat kinderen van de derde generatie nog steeds een taalachterstand hebben. Opvoeden is misschien wel een van de belangrijkste onderwerpen die om confrontatie - schurende gesprekken - vraagt. Ook de foto van het schoolplein van de As-Siddieq is een aanleiding voor zo'n gesprek. Een gesprek tussen de ouders over de vraag: hoe willen wij onze dochters de meeste kansen bieden in Nederland? Want integratie betekent dat ouders de verantwoordelijkheid nemen hun kinderen verder te brengen. Vanaf dag één in Nederland moet duidelijk zijn dat alleen eigen inspanningen de weg omhoog bieden. Het doelgroepenbeleid heeft zo bezien onwenselijke afhankelijkheden gecreëerd. Maar helemaal niks doen, is ook geen optie. Het is een illusie dat Oost-Europeanen, die hier komen om te werken, uit zichzelf tegen hoge kosten de taal gaan leren. Een goed educatieaanbod met een sociaal leenstelsel voor inburgeraars is nodig. Geslaagde integratie betekent ook: nieuwkomers ondersteunen bij drempels die ze tegenkomen. Amsterdam heeft niet voor niets een expatcenter.

Praktijk
Ik had gehoopt dat dit kabinet, in lijn met zijn eigen analyse, het bevorderen van gedeeld burgerschap voorop had gesteld. Een boerkaverbod of het belemmeren van een tweede paspoort, dragen niks bij aan de ongemakken die sommigen dagelijks ervaren van hun buren of collega's, die ze niet verstaan of begrijpen. De visie van dit kabinet geeft geen antwoord op het probleem dat ouders zich onvoldoende verantwoordelijk voelen voor het taalniveau van hun kinderen.

Integratie is geen abstractie of, zoals Donner zegt, een onderwerp dat 'met gemengde gevoelens wordt aangesneden'. In Amsterdam is integratie de dagelijkse praktijk. Ik hoef maar te denken aan politieagenten, docenten, mensen in de zorg, en je weet: in Amsterdam wérkt integratie, of je nu sceptisch bent of niet. Wat we nodig hebben, zijn concrete voorstellen om deze dagelijkse praktijken van integratie te verbeteren. Zo werkt volgens de laatste statistieken 58 procent van de jonge Amsterdamse Marokkaanse en Turkse vrouwen tussen de 25 en 34 niet, tegen 9 procent van hun leeftijdgenoten.

Opleiding en taal zijn hierbij cruciaal. Dat is ook het steunen van vrouwen en meisjes bij het doorbreken van sociaal-culturele normen over de rol van de vrouw. Vrouwenemancipatie is de sleutel voor integratie. Als meer vrouwen werken, geven zij het goede voorbeeld aan hun dochters en leren hun kinderen het belang van economische zelfstandigheid. Mannen die hun vrouw belemmeren te werken, moeten daar niet mee weg kunnen komen.

Zo maakt de gemeente Amsterdam ook serieus werk van het bestrijden van de oververtegenwoordiging van Antilliaanse en Marokkaanse jongeren op 'foute lijstjes' zoals die van criminaliteit en werkloosheid. Al wil je geen doelgroepenbeleid, het gericht aanpakken van die criminaliteit helpt, juist om jongeren kansen te geven en negatieve beeldvorming tegen te gaan. Het is te simpel om dit af te doen met het commentaar dat mensen het zelf maar moeten uitzoeken. Want, zoals ik al zei, onverschilligheid heeft ons weinig goeds gebracht.

Afrekenen
Ik verwacht van dit kabinet wel degelijk ambities en doelstellingen die de integratie bevorderen. Donner refereert aan de Nederlandse(?) waarden: vrijheid, verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, tolerantie en solidariteit. Als doelstelling voor integratie hoort daar bij: meer participatie, verbinding en hoffelijkheid. Voor participatie geldt wellicht het sterkst dat de overheid een rol heeft. Daarom maken we in Amsterdam werk van de aanpak van jeugdcriminaliteit. Bestrijden we discriminatie op de arbeidsmarkt, wordt schooluitval aangepakt en is het mijn ambitie meer Amsterdamse Turkse en Marokkaanse vrouwen aan het werk te krijgen. Dit zijn doelstellingen waarop ik dit kabinet ook wil afrekenen. Geen symboolpolitiek, maar écht integratiebeleid met kwantificeerbare doelen. Alleen zo ontstaat gedeeld burgerschap in Nederland.

Andree van Es is wethouder (Werk, Inkomen en Participatie, Diversiteit en Integratie, Inburgering en Bestuurlijk stelsel) in Amsterdam. Dit artikel is zaterdag verschenen in de Volkskrant en met toestemming van Andree van Es ook op Republiek Allochtonië verschenen. Eerdere artikelen van Andree van Es op dit blog vind je hier

Zie ook:

Integratienota integratie, binding, burgerschap (pdf)

Bas Heijne: Hollandse waarden

Stoppen met integratiebeleid is historische vergissing

Integratienota negeert bestaande waarden

Integratiebeleid Rutte I mist onderbouwing

De zin en onzin van minderhedenbeleid

 

 

 


Meer over amsterdam, andree van es, doelgroepenbeleid, donner, emancipatie, groenlinks, integratiebeleid, minderhedenbeleid, vrouwenemancipatie.

Delen:

Reacties


martin verbeet - 28/06/2011 12:41

Wat van Es hieronder zegt is geen integratieverhaal maar assimilatieretoriek; dat kan je vinden, maar zeg dat dan: aanpassen.
Geen minderheid kan langdurig in een samenleving overleven (maar geen garantie, bedenk joodse holocaust) zonder dat een grote groep assimileert; maar de discussie over slachten en hoofddoeken laat zien dat er altijd een band van de geassimileerden met de orthodoxere roots blijft en daar moet ruimte voor zijn.
Daarom zullen er altijd orthodoxen zijn en hoe meer je die het leven zuur maakt, des te meer je de geassimileerde groep in het hart treft en onzeker maakt. En je de contra-beweging versterkt, weer tien jaar ten gunste van integratie- en emancipatie-beweging verspilt.

Zelf ging ik zeven jaar geleden als stadsdeelvoorzitter met orthodoxe clubs als UFUK de discussie over gescheiden zwemmen van de vrouwen aan: hoezo gescheiden; in de situatie waar de gemeenschap vandaan komt geldt dat dan voor allen. Ook de jongens. Die krijgen nu het idee dat ze niet onder de orthodoxe norm vallen, pas bij het trouwen speelt dat dan weer een rol; enfin mijn argument werd serieus genomen; de jongens gingen ook gescheiden zwemmen in Oost. Als het meer dan een paar maanden geduurd heeft, is het veel geweest: teveel orde problemen en dientengevolge geen zin meer bij de begeleidende mannen van de club, deden dat initiatief de das om. En dat kon je verwachten! Maar het maakte de eis aan de vrouwen ook van binnen de orthodoxie eigenlijk nog weer hypocrieter,

flip vandyke - 28/06/2011 11:00

"Ik vind het onbegrijpelijk dat kinderen van de derde generatie nog steeds een taalachterstand hebben."

Weet iemand uit welk onderzoek dat blijkt?