De Schijnheiligheid van de Niet-Bestaande Joods-Christelijke Traditie
In opinie door Neal Lachman op 26-01-2011 | 15:50
tekst: Neal Lachman
De Joods-Christelijke cultuur is een mythe, een leugen zelfs, die in stand wordt gehouden door een aantal politici en instanties. Bezijdens de eeuwige tweestrijd tussen de Joodse en Christelijke tradities is er geen ander emotioneel-cultureel aspect dat deze twee rivaliserende doctrines bindt. De meeste mensen die zich ietwat hebben verdiept in de zogenaamde Joods-Christelijke cultuur weten reeds dat de Joden eeuwenlang onderworpen zijn aan de haatgevoelens en genocidale neigingen van bepaalde groepen Christenen. De Christelijke haat jegens Joden is niet iets dat beperkt was tot de Tweede Wereldoorlog. Nee, het gaat terug tot aan Jezus Christus zelf, die de Joden het nageslacht van de duivel noemde.
De Christenen hebben geen boodschap aan de Oude Testament omdat met de komst van Jezus alles veranderde. Het was Jezus die de Sabbat verbrak, en hij was het ook die de overspelige vrouw redde van een Joods stenigingfestijn. De besnijdenissen, het koosjer eten, het verbod op het eten van het zwijn; allemaal zaken die niet meer gelden in het Christendom zoals beschreven in het Nieuwe Testament. De Joods-Christelijke traditie is een tegenstrijdigheid. Men kan niet en Joodse en Christelijke waarden hebben. Er is absoluut geen historische en godsdienstige band tussen het Christendom en Judaïsme. Zolang de Christenen niet aanvangen met besnijdenissen en stoppen met het onkoosjer verorberen van onreine dieren kan geen socioloog of theoloog het standpunt van een gezamenlijk Joods-Christelijke culuur verdedigen.
In een artikel genaamd Losing Our Moral Umbrella [1] uit 1992 van het Amerikaanse weekblad Newsweek worden diverse geleerden geciteerd die de mythe van de Joods-Christelijke cultuur opblazen. Refererend aan de toenmalige gouverneur van de Amerikaanse staat Mississippi, Kirk Fordici, die verklaarde dat Amerika een Christelijk land is, en de tegenverklaring van de gouverneur van South Carolina, Caroll Campbell, die verklaarde dat vanaf het begin van het land, de Amerikaanse “waarden” zijn gebaseerd geweest op “de Joods-Christelijke erfenis.”:
By invoking this now familiar formula of inclusion, the South Carolinian was politically more correct. But for scholars of American religion, the idea of a single “Judeo-Christian tradition” is a made-in-America myth that many of them no longer regard as valid… “Governor Fordice erred politically by failing to send out the proper linguistic signal,” says Talmudic scholar Jacob Neusner, professor of religious studies at the University of South Florida. “But theologically and historically, there is no such thing as the Judeo-Christian tradition. It’s a secular myth favored by people who are not really believers themselves.” Hunter College sociologist John Murray Cuddihy agrees. “It’s a device created by ecumenist public relations,” says Cuddihy, one that only reveals “the cultural and theological illiteracy of our times. The more orthodox a Jew is and the more orthodox a Christian is, the more likely they are to say, ‘To hell with the Judeo-Christian tradition’.”
Critici van de term en het begrip “Joods-Christelijk” wijzen telkenmale op het feit dat politici deze term gebruiken om de vriendschap van en solidariteit met de Joodse gemeenschap te versterken en te garanderen. Ook wordt vaak verwezen naar de angst van vele politici die anders voor het minste geringste het etiket “antisemiet” krijgen opgeplakt door tegenstanders. Het is dus “safe sailing” als je je als voorstander van de Joods-Christelijke traditie en cultuur voordoet, en het scoort punten bij de Joodse gemeenschap.
De term Joods-Christelijk werd in de afgelopen eeuwen mondjesmaat (vooral in de Verenigde Staten) gebezigd, maar in de huidige populistische verpakking is het terug te voeren naar de Amerikaanse predikant Jerry Falwell. Skipp Porteous, een voormalig evangelisch christelijk predikant die zich bekeerde tot het Jodendom, schrijft hierover:
An increasing number of Christian politicians are employing the term Judeo-Christian in their speeches to general audiences. In the last few years I’ve read variations of the phrase ad nauseum: “Judeo-Christian traditional values”; “Judeo-Christian political effort”; “Judeo-Christian theism”; “Judeo-Christian Republicans”; “Judeo-Christian lifestyle of Bible-believers.”
This curious construct, while not new, gained currency in the early 1980s. At that time, the sectarian rhetoric of the Reverend Jerry Falwell’s Moral Majority alarmed the Jewish community. To ease Jewish concern the Falwell camp began to employ the term Judeo-Christian, saying that, after all, Christianity is based on Judaism. Cynically, the forces of exclusion embraced a terminology of inclusion.
Wijlen Falwell stond tot aan zijn dood bekend als een Christian Zionist. Hij was controversieel in vele aspecten. Zo was hij tegen de mensenrechten activiteiten van Martin Luther Kind (die hij de Civil Wrong Movement noemde), en tegen oplegging van sancties aan het apartheidregime in Zuid Afrika en noemde gaandeweg Nobel Vredesprijswinnaar en Anglicaanse bisschop Desmond Tutu een nepperd inzake zijn representatie van de zwarte mensen van Zuid Afrika. Ook gaf hij de schuld van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 aan een grote groep andersdenkenden, inclusief paganisten, feministen, homofielen en een ieder die de secularisatie van Amerika bevorderden. Deze voorbeeld-Christen, die tientallen miljoenen Amerikanen kon commanderen, zei tijdens een interview dat Muhammad, de profeet van de Islam, een terrorist was. De oprechtheid van zijn latere verontschuldigingen worden in twijfel genomen.
De Joods-Christelijke geest, zoals Falwell die promootte, is ook in Europa gaan spoken. Geert Wilders kreeg steun van de Burke Stichting die belangrijke, strategische en zelfs hand-en spandiensten verleende. (Lees hier meer over de EBS en Wilders en hier over de controversie.) Op het website van de stichting valt te lezen dat ook zij van de Joods-Christelijke geest bezeten zijn:
Samen met Bart Jan Spruyt, een medeoprichter en voormalig directeur van de Burke Stichting schrijft Wilders in 2006 het verkiezingsprogramma, getiteld Klare Wijn. Een van de speerpunten is dat artikel 1 van de Grondwet moet worden vervangen door een artikel waarin de joods-christelijke en humanistische traditie als de dominante cultuur van Nederland wordt gewaarborgd. Discriminatie zou door het schrappen van artikel 1 en vervanging met zo’n artikel niet langer strafbaar is.
De officiële samenwerking tussen Wilders en de Burke stichting is weliswaar niet meer aan de orde, maar er is nog wel degelijk een band tussen deze extremistische Joods-Christelijke fantasten. In een artikel van Elsevier, gedateerd 15 januari 2010, stelt de afgezant van de ChristenUnie, toenmalig vice-premier van Nederland, André Rouvoet, “dat de joods-christelijke cultuur niet mag worden gebruikt door politici om zich te keren tegen de islam.” Rouvoet, die het gebruik van de joods-christelijke traditie door Wilders als “opportunistisch” bestempelt verdedigt de joods-christelijke cultuur. Elsevier rapporteert:
Volgens de minister… heeft de joods-christelijke cultuur de Nederlandse samenleving waarden gebracht als ‘naastenliefde en opkomen voor minderheden”. “Mijn waarschuwing zou zijn om daar niet selectief in te zijn. Als je je op die traditie beroept, doe het dan ook over de volle breedte en ga niet bepaalde waarden selectief invullen”… Wilders zou volgens Rouvoet “makkelijk” teruggrijpen naar de joods-christelijke traditie om zich te keren tegen de Islamitische traditie. [2]
De Joods-Christelijke traditie bestaat heden in Nederland door de schijnheilige wisselwerking tussen enkele Joodse instanties, bijvoorbeeld de CIDI en enkele rechtse (en in het geval van Wilders, extreem-rechtse) politici. De andere politici hebben niet de neiging om hier tegen in te gaan, want het eerder genoemde anti-semiet etiket wilt niemand opgeplakt krijgen. En het drukt uiteraard de schuldgevoelens van de Nederlanders die 100.000 Joden uitleverden aan de Duisters tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Joods-Christelijke cultuur was namelijk niet zo’n hot item in pak weg 1938 en 1939. De Nederlandse overheid wilde geen bonje met de Duitse buren, dus de Joden die voor de Nazis naar Nederland vluchtten werden vanaf 15 december 1938 geweigerd en bovendien als ongewenste burgers beschouwd.
Hoe schijnheilig zijn de claimanten van de zogenaamde Joods-Christelijke traditie eigenlijk? Hieronder een verzameling verzen uit het Nieuwe Testament waaruit de wederzijdse haat blijkt vanaf het moment dat Jezus begint te prediken. De vertalingsversie die ik heb gebruikt is de Nieuwe Bijbel Vertaling.
In het evangelie van Johannes is de diplomatie van Jezus volledig buitenboord gegooid. Jezus spaart geen woorden om de Joden als de nazaten van de duivel te bestempelen:
Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat ik zeg. Ik spreek over wat ik gezien heb bij mijn Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.’ ‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. Maar nee, u wilt mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan. Maar u doet inderdaad wat úw vader deed!’ Ze zeiden: ‘Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God.’ ‘Als God uw Vader was,’ zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden. Waarom begrijpt u niet wat ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar mij gelooft u niet, want ik spreek de waarheid. Kan een van u mij van zonde beschuldigen? Als ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.’
Johannes 8, 37-47
Jezus wordt ook geciteerd als zijnde waarschuwer van de perikelen die de onwillige, ongelovige Joden staat te wachten:
Daarom zeg ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen. Wie over die steen struikelt zal gebroken worden, en iedereen op wie die steen valt zal worden verpletterd.’
Mattheüs 21,43-4
Het meest duidelijke relaas van Jezus en zijn terechtstelling is te lezen in hoofdstuk 27 van Mattheüs:
Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ Hij vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’ Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uit zag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.
Mattheüs 27,22-26
Nadat Jezus was gekruisigd ging de vernedering door de Joden verder:
Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen en ze bleven daar zitten om hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren.
Mattheüs 27,23-44
Hierover spreekt Petrus de Joden later toe op een beschuldigende wijze:
Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht. Deze Jezus, die overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis is uitgeleverd, hebt u door heidenen laten kruisigen en doden.
Handelingen, 7,51-2
… Het is deze Jezus die door u is uitgeleverd en verstoten, ook toen Pilatus bereid was hem vrij te laten. U hebt de heilige en rechtvaardige verstoten en geëist dat aan een moordenaar gratie verleend zou worden. Hem die de weg naar het leven wijst hebt u gedood…
Handelingen, 2,22-23
Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden. Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de rechtvaardige verraden en vermoord, u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen, maar er niet naar hebt geleefd.’
Handelingen, 3,13-5
[1] http://www.newsweek.com/1992/12/06/losing-our-moral-umbrella.html
Neal Lachman is blogger op de website Krapuul. Hier meer info over Neal en een overzicht van zijn blogs op Krapuul. Dit blog is met toestemming van Neal ook op Republiek Allochtonie verschenen.
Meer over joods-christelijk, krapuul, neal lachman.
Reacties
Waar het om gaat is dat het Joodse geloof als eerste bestond. Toen kwam Jezus en die veranderde dingen, hij was niet voor de materiele dingen . Dat was de reden dat kosher eten en besnijdenis geen issue waren. Dat zijn dingen van het vlees maar hij kwam voor de geest die eeuwig is. De helft van de Joden volgden hem de andere helft niet.
Voor die tweede groep was hij een verrader.
Met dat alles is het Christendom toch geworteld in het Jodendom want Jezus was een jood.