De schaamlap van Van Bijsterveldt

In opinie door Pieter Hilhorst op 16-02-2011 | 16:25

tekst: Pieter Hilhorst

De foto in de televisiegids moest waarschijnlijk een multiculturele idylle uitbeelden. Maar mijn toen 5-jarige zoon Noah grijpt zijn vriendje Graciano zo innig beet dat het een wurggreep lijkt. De afbeelding is afkomstig uit een documentaire van Sunny Bergman over haar zoektocht naar een school voor haar zoon Idris.

Ik was door haar geïnterviewd omdat mijn kinderen naar een buurtschool gingen met veel allochtone kinderen. Bij de première van de film bedachten we met een aantal mensen een plan om de segregatie in het Amsterdamse onderwijs tegen te gaan. Het was januari 2005.

Gemengde scholen

Sindsdien ben ik een actief pleitbezorger van gemengde scholen. Ik heb er columns over geschreven. Ik heb aan talloze debatten meegedaan. En met Sunny en een aantal anderen hebben we vrijwel alle Amsterdamse openbare en bijzondere schoolbesturen zover gekregen om een convenant te ondertekenen met afspraken om de onderwijssegregatie tegen te gaan.

De uitvoering van dat convenant is vervolgens vakkundig om zeep geholpen door bureaucratisch geneuzel en gebrek aan politieke wil. Vooral de toenmalige wethouder Hennah Buyne heeft het verstierd door in de gemeenteraad opeens te zeggen dat ze kwaliteit veel belangrijker vond dan de samenstelling van de school. Het interview waarin minister Marja van Bijsterveldt openlijk afscheid neemt van de strijd tegen segregatie in het onderwijs, is voor mij daarom een pijnlijk déjà vu. Van Bijsterveldt hanteert hetzelfde argument. Ze legt zich neer bij het bestaan van zwarte scholen omdat het haar gaat om kwaliteit.

Multicultureel sprookje

Het klinkt zakelijk. Weg met de romantiek van de foto van Noah en Graciano. Kinderen gaan naar school om te leren schrijven en rekenen, niet om een multicultureel sprookje na te spelen. Het gaat dus niet om de kleur van de klas, maar om de kwaliteit van de school. Maar wat Van Bijsterveldt vergeet, is dat in de praktijk de kwaliteit van de school samenhangt met de samenstelling van de klas. Natuurlijk zijn er zwakke scholen met alleen blanke leerlingen en zijn er excellente scholen met vrijwel alleen allochtone leerlingen.

Maar er zijn meer zwakke zwarte scholen dan zwakke witte scholen. Scholen met een hoog percentage kansarme leerlingen hebben een veel zwaardere taak dan scholen met vooral kinderen van hoogopgeleide ouders. Scholen met veel kansarme kinderen hebben ook veel meer kinderen met gedragsproblemen. Ga er maar eens aan staan.

Kansarm

Het interview met Van Bijsterveldt leverde nog een tweede déjà vu op. In elke discussie over witte en zwarte scholen is er iemand die zegt dat het niet gaat om kleur, maar om kansarm (kinderen van laagopgeleide ouders) versus kansrijk (kinderen van hoogopgeleide ouders). Wie kansarm gelijkstelt aan zwart stigmatiseert en vergeet dat er ook blanke kansarme kinderen zijn. Dat is helemaal waar, maar dit argument wordt altijd misbruikt om het debat over segregatie in het onderwijs te torpederen. Het is waar dat de relevante tegenstelling die is tussen kansarm en kansrijk. Maar helaas zijn heel veel allochtone kinderen kansarm en zijn heel veel autochtone kinderen kansrijk.

Het is die pijnlijke waarheid die Van Bijsterveldt probeert weg te poetsen met haar correcte gezever dat kleur niet bepalend is voor achterstand. Een derde déjà vu is de afkeer van dwang die Van Bijsterveldt etaleert. De keuzevrijheid van de ouders is heilig voor haar. Maar ze vergeet dat er in grote steden voor ouders vaak weinig te kiezen valt. Veel ouders willen hun kind het liefst naar een goede gemengde buurtschool sturen, maar die zijn er nauwelijks. Ze zijn gedwongen om te kiezen tussen een witte en een zwarte school. Als door een andere toewijzing van schaarse plekken op populaire blanke scholen er meer gemengde scholen komen, krijgen meer ouders wat ze het liefste willen. Hun keuzevrijheid neemt dus toe.

Cynische keuze

Het accepteren van segregatie heeft dus helemaal niks te maken met een zakelijke keuze voor kwaliteit. Van Bijsterveldt maakt een cynische keuze voor de weg van de minste weerstand. Een cynische keuze om tienduizenden allochtone en autochtone kansarme kinderen te veroordelen tot scholen waar ze niet de kans krijgen hun talenten ten volle te ontplooien. We moeten niet strijden tegen segregatie in het onderwijs omdat Noah en Graciano zo’n mooi plaatje vormen.

Zo romantisch is de gemengde school lang niet altijd (maar daarover een andere keer meer). Het is veel zakelijker. Juist omdat kwaliteit zo belangrijk is, moeten we segregatie bestrijden. Een goede school mag geen voorrecht worden voor blanke hoogopgeleide kinderen. Het moet een recht zijn voor alle kinderen.

Pieter Hilhorst is politicoloog. Deze column is gisteren in de Volkskrant verschenen en met toestemming van Pieter Hilhorst ook op Republiek Allochtonië geplaatst.

Zie ook:

Van Bijsterveldt geeft een ideaal op: goed onderwijs voor iedereen (Lodewijk Asscher)

Meer over segregatie op dit blog, zie hier


Meer over gemengde scholen, onderwijs, pieter hilhorst, segregatie, van bijsterveldt.

Delen: