De Raad van Europa tikt Nederland op zijn opgestoken vingertje
In opinie door Ineke van der Valk op 25-10-2013 | 11:25
Tekst: Ineke van der Valk
Half oktober bracht ECRI, de Commissie die voor de Raad van Europa belast is met de monitoring van vormen van racisme en rassendiscriminatie in de landen van Europa verslag uit over Nederland, Malta, Moldavië en Rusland. Aan ECRI nemen alle landen van de EU deel via afvaardiging van erkende deskundigen. Voor Nederland gebeurt dit door Rieke Samson, bekend van de gelijknamige Commissie die eerder het kindermisbruik in de Jeugdzorg onderzocht.
In de vorige rapportage liet ECRI zich onder meer zeer kritisch uit over het discours en de beleidsvoorstellen van de PVV ten aanzien van moslims en migranten waaronder het maatschappelijk klimaat, naar de mening van deze gezaghebbende instantie, zwaar gebukt gaat.
Reacties op nieuwe rapport
Het nieuwste rapport geeft een overzichtelijk, informatief en evenwichtig beeld van de stand van zaken in Nederland op het terrein van racisme en rassendiscriminatie en doet een aantal waardevolle aanbevelingen over mogelijke verbeteringen. Ook de positieve stappen die door Nederland in de afgelopen periode werden gezet, worden genoemd. Behandeld worden juridische aspecten en de monitoring van toepassing van de rechtsregels, instituties, maatschappelijke terreinen, opinieklimaat en het publieke debat, de kwetsbare groepen die voorwerp zijn van discriminatie en onderwijs en bewustwordingsdimensies. Zowaar een programma van aandachtspunten waar instanties en organisaties die antidiscriminatie en gelijke rechten voor alle bevolkingsgroepen in Nederland en Europa een warm hart toe dragen, hun voordeel mee kunnen doen. Zeker nu het nationaal door onder meer het verdwijnen van de Monitor Racisme en Extremisme van de Anne Frank Stichting in toenemende mate aan een totaaloverzicht ontbreekt.
Het is dan ook uiterst verbazingwekkend om te zien hoe leidende politici als Diederik Samson van de PvdA en Alexander Pechtold van D’66, hiernaar gevraagd door verslaggevers van Pownieuws - een niet onbelangrijk detail - op dit rapport hebben gereageerd. Samson vroeg zich af waar Europa zich mee bemoeit en ook Pechtold distantieerde zich behoorlijk van het rapport. Alsof Nederland niet bekend is met opgestoken vingertjes - als het om anderen gaat, dat wel. Het zegt iets over een diep geworteld zelfgenoegzaam superioriteitsgevoel dat men, wellicht intuïtief, zonder meer van zich afwijst als het eigen beleid kritisch aan de orde wordt gesteld door supranationale instanties. Zoals deze reacties ook iets zeggen over de angst om stemmen te verliezen aan de PVV zodra het gaat over integratie issues en Europa, vooral in combinatie; en in het bijzonder als Pownieuws weer eens op jacht is naar hypes en hysterie.
Kritiek
Welke kritiek heeft ECRI zoal op de ontwikkelingen in Nederland op het gebied van racisme en rassendiscriminatie en welke aanbevelingen worden gedaan? Hieronder een selectie, want leest u vooral zelf het rapport. Het is in het Nederlands en Engels te downloaden op onder meer hier, of via de website van RADAR Rotterdam of via www.coe.int De commissie betreurt het dat de overheid integratie tot een eenzijdig proces heeft gemaakt dat de uitsluitende verantwoordelijkheid is van degenen die naar Nederland komen en hier willen verblijven en dat derhalve geen specifiek beleid vereist. Algemeen beleid voldoet, is tegenwoordig het devies. ECRI roept op om integratie opnieuw te zien als een tweezijdig proces waarbij ook van de meerderheidssamenleving een inspanning wordt verwacht op het gebied van waardering en kennisvergroting van diversiteit, specifiek beleid voor kwetsbare groepen en het tegengaan van discriminatie. ECRI bekritiseert de Nederlandse overheid wegens het in gebreke blijven bij de uitwerking van antidiscriminatiebeleid ondanks de toezeggingen die op dit gebied in de afgelopen jaren werden gedaan.
Aanbevelingen
In recente beleidsstukken van de overheid ging het bij antidiscriminatiebeleid slechts over discriminatie op het gebied van seksuele voorkeur en antisemitisme. Discriminatie van andere groepen kwam nauwelijks aan de orde. Daarnaast en in relatie hiermee worden specifieke instituties die een belangrijke rol spelen bij het antidiscriminatiebeleid zoals het landelijk Overleg Minderheden, Artikel 1 en het MDI financieel gekort, dan wel met opheffing bedreigd. ECRI bepleit expliciet dat de ondersteuning door subsidiëring van deze organisaties wordt voortgezet.
Verder beveelt ze de overheid aan om een Nationaal Strategie – en Beleidsplan te ontwikkelen om discriminatie tegen te gaan, inclusief monitoring en evaluatievoorzieningen. Een aantal discriminatoire praktijken en bepalingen die in Nederland voorkomen worden in het rapport besproken en voorzien van voorstellen om hierop actie te ondernemen: de discriminatie op de arbeidsmarkt vooral wat betreft mensen die hier tijdelijk tewerkgesteld worden, racial profiling door de politie, racisme in de sport, de praktijken en wetsvoorstellen die het dragen van gezicht bedekkende kleding of andere aan religie gebonden praktijken willen sanctioneren, waarbij ECRI het argument aanvoert dat dit haaks staat op de gewenste emancipatie; krachtig optreden tegen racistische geweldsincidenten, waaronder geweld tegen moskeeën (opsporing/handhaving/ beveiliging), om maar enkele te noemen.
Op het gebied van strafwetgeving stelt ECRI voor in de wet op te nemen dat racistische motieven bij een misdrijf moeten worden aangemerkt als strafverzwarende omstandigheid. Daarnaast zouden taal en nationaliteit als aparte discriminatiegronden moeten worden erkend. Verder wordt zorg uitgesproken over ‘de interpretatie van bepalingen waarin racistische beledigingen en aansporingen tot haat, discriminatie en geweld worden verboden, met name als het gaat om politiek taalgebruik’. De Commissie doelt hier duidelijk op de uitkomsten van het proces tegen Wilders waarin hij ter verantwoording werd geroepen voor haatzaaiende uitspraken. ECRI hecht altijd veel belang aan de verantwoordelijkheid van de politiek voor een vreedzaam maatschappelijk klimaat.
ECRI wijst tenslotte op de centrale rol van onderwijs en educatie bij het tegengaan van discriminatie en roept op tot nationale tweejaarlijkse campagnes. Zij beveelt aan om mensenrechten tot een verplicht vak te maken in het primair en voortgezet onderwijs en een vast onderdeel te laten zijn van de bijscholing van leerkrachten. Nationaal en lokaal zouden in allerlei sectoren van de samenleving (horeca, arbeidsmarkt, media) campagnes ter vergroting van bewustwording moeten worden ontwikkeld. Last but not least worden politieke partijen opgeroepen zich uit te spreken tegen taalgebruik waarin groepen mensen op grond van ‘ras’, godsdienst, nationale of etnische herkomst en taal worden bespot en beledigd.
Te beginnen met Samson en Pechtold, lijkt mij.
Ineke van der Valk is onderzoeker met een brede achtergrond in de sociale wetenschappen en de tekstwetenschap (discours studies), gespecialiseerd in etnische diversiteit, extremisme en racisme.
Meer blogs van en over haar op dit weblog: hier
Meer over de ECRI: hier
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook.
Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over anne frank stichting, discriminatie, ecri, ineke van der valk, monitor, pechtold, pvv, racisme, samsom, wilders.
Reacties
Janfrans Zuidema - 06/11/2013 00:15
Oh wacht... Dat is een groep die de leden van het ECRI zelf haten, maar waarvan ze wel geld van wensen te ontvangen. Wat een stelletje hypocriete racisten!