Vluchtelingen, onderwijs en arbeid in Nederland: feiten en normen
In achtergronden door Studenten Filosofie en de politieke actualiteit: de “vluchtelingencrisis” op 17-05-2018 | 09:06
Er wordt geponeerd dat vluchtelingen helemaal niet werken, en dat dit voornamelijk komt omdat zij niet willen werken. Is dat zo? Aan welke regels moeten statushouders en asielzoekers voldoen, willen zij kunnen werken en hoe komt het dat vluchtelingen het lastiger hebben op de arbeidsmarkt?
Een artikel van Emma Hogendorp, Arnaud Reurich, Lola Bos en Jeanine.
Wanneer je het internet afgaat, kom je vaak artikelen tegen die impliceren dat de mensen die in Nederland asiel hebben gekregen uitkeringstrekkers zijn. Ze worden neergezet als mensen die te lui zijn om te werken en geld komen halen van de Nederlandse staat. Zo schreef Geenstijl op 24 november 2017 dat maar vier van de meer dan 2500 statushouders in Rotterdam een baan hebben. Het artikel kan zich niet vinden in de verklaringen die gegeven worden door hoogleraar integratie en migratie Jaco Dagevos, maar lijkt te impliceren dat vluchtelingen niet willen werken.
Geenstijl is exemplarisch voor het sentiment dat in de media en op het internet vaak lijkt te overheersen. Er wordt geponeerd dat vluchtelingen helemaal niet werken, en dat dit voornamelijk komt omdat zij niet willen werken. Dit werpt de vraag op of dit wel zo is en aan welke regels statushouders en asielzoekers moeten voldoen, willen zij kunnen werken. In deze bijdrage wordt dit onderzocht en wordt gekeken hoe het zou kunnen komen dat vluchtelingen het lastiger hebben op de arbeidsmarkt. De volgende vragen zijn daarvoor relevant:
- Hoe kunnen mensen met een vluchtelingenachtergrond werk vinden en een opleiding voltooien in Nederland en hoe verhoudt dit zich tot Nederlanders?
- Welke rechten hebben ze, en aan welke normen dienen ze te voldoen?
- Wat zeggen de cijfers?
- Hoe zou verklaard kunnen worden dat er een lagere arbeidsparticipatie is onder vluchtelingen?
1 en 2: Feitelijk: rechten en plichten ten aanzien van (vrijwilligers)werk en onderwijs [1]
Kinderenvan asielzoekers hebben net als andere kinderen in Nederland leerplicht en recht op onderwijs. Volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind moeten landen voor alle minderjarigen gratis primair onderwijs beschikbaar stellen. Het streven is dat asielzoekerskinderen binnen maximaal drie dagen na aankomst in een asielzoekerscentrum naar school gaan. Vaak gaan kinderen eerst op een reguliere school naar een schakelklas, een speciale klas voor leerlingen die nog geen Nederlands spreken. Zij krijgen daar een jaar lang intensief onderwijs om hun taalachterstand weg te werken. Daarna kunnen ze doorstromen in het reguliere onderwijs.
Volwassen vluchtelingen en asielzoekers mogen in Nederland studeren als zij rechtmatig in Nederland verblijven. Bij vluchtelingen is dit altijd het geval: zij hebben een verblijfsvergunning. Asielzoekers (zonder verblijfsvergunning) verblijven rechtmatig in Nederland als ze een asielaanvraag hebben ingediend en hun asielprocedure nog loopt. Zij moeten dus wel beschikken over een verklaring van de IND dat zij rechtmatig in Nederland verblijven. Studerende vluchtelingen kunnen onder dezelfde voorwaarden studiefinanciering krijgen als Nederlandse studenten.
Op de arbeidsmarkt zijn statushoudersvrij, wat betekent dat zij geen tewerkstellingvergunning (TWV) nodig hebben wanneer zij een baan aangeboden krijgen. Een stage lopen is voor hen ook geen probleem. Asielzoekersdaarentegen moeten aan veel meer eisen voldoen. Zij moeten zes maanden of langer in asielprocedure zijn en hun werkgever dient een TWV aan te vragen. Deze heeft een beperking tot gevolg van het aantal te werken weken per jaar, namelijk 24. Asielzoekers mogen alleen stage lopen wanneer er bepaalde overeenkomsten zijn gesloten.[2]
Om loon te kunnen ontvangen heeft een werknemer een BSN nodig. Statushouders krijgen dit automatisch wanneer zij worden ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Asielzoekers moeten zich zelf inschrijven bij de gemeente waar zij door COA worden opgevangen, om een BSN te krijgen.
Asielzoekers en statushouders die nog in de COA opvang verblijven, zijn verplicht een deel van hun inkomsten af te dragen aan COA als tegemoetkoming in de opvangkosten en dienen dit zelf te melden zodra dit het geval is.
Zowel asielzoekers die rechtmatig in Nederland verblijven als statushouders mogen vrijwilligerswerk doen. Een TWV is hiervoor niet vereist. Wel heeft een organisatie een vrijwilligersverklaring van het UWV nodig. Sinds april 2016 is het aantal aanvragen en toekenningen voor dit soort vrijwilligerswerk aanzienlijk toegenomen. Dit gaat dan vooral om asielzoekers, want statushouders besteden hun tijd meer aan het regelen van allerlei praktische zaken die op hen afkomen nadat ze hun status hebben verkregen.
3. Cijfers en statistieken
Hieronder staan een aantal percentages dat in dit kader van belang is. Alle percentages en grafieken zijn ontleend aan de website werkwijzervluchtelingen.nl en de laatste statistiek over bijstandsuitkering aan cbs.nl.
- In 2013 was de arbeidsparticipatie van Nederlanders 74%, die van vluchtelingen 46%.
- De arbeidsparticipatie onder vluchtelingen stijgt naarmate zij langer in Nederland zijn. Na 3 jaar is de arbeidsparticipatie rond de 27%, na 12 jaar rond de 51%.
- Vluchtelingen komen vaker terecht in andere sectoren dan Nederlanders. Zo werkt 21% van de vluchtelingen in de uitzendsector, vergeleken met 4% van de Nederlanders. De uitzendsector is de sector waarin vluchtelingen het meest werken, voor Nederlanders is dit sector van gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen met 18%.
- In 2013 had 54% van de werkende Nederlanders een deeltijdbaan, waarbij van de werkende vluchtelingen 66% een deeltijdbaan had.
- Het aantal Nederlanders met een bijstandsuitkering bleef vanaf 2015 gelijk en nam vanaf 2017 zelfs af. De toename van het aantal vluchtelingen in de bijstandsuitkering groeide vanaf 2013 gestaag.
4. Normatief: een mogelijke verklaring voor de lagere arbeidsparticipatie van vluchtelingen
In de statistieken komt naar voren dat er een lagerearbeidsparticipatie is onder vluchtelingen. Hoe zou dat kunnen komen? We zetten een aantal factoren op een rij.
Een belangrijke belemmerende factor is die van psychologisch leed. Vluchtelingen hebben vaak bepaalde traumatische ervaringen die ervoor zorgen dat het voor hen tijd kost om te wennen in een nieuw land. Psychologisch gezien is het een enorme last om van vluchtelingen te verwachten dat zij meteen aan het werk gaan.
Hoewel er geen statistieken zijn die specifiek focussen op discriminatievan vluchtelingen op de arbeidsmarkt, is het evident dat mensen met een niet-Nederlandse achtergrond het daarin lastiger hebben. Dit blijkt uit verschillende onderzoeken. (voorbeeld)
Het niet halen van inburgeringscursus (waarvan taal een onderdeel is) komt doordat er een vicieuze cirkel ontstaat waarbij vluchtelingen enerzijds de taalniet kunnen leren omdat de taallessen onder werktijd zijn, en de vluchtelingen dus niet kunnen werken. Omdat zij echter de taal niet spreken, wordt het ook weer lastiger om werk te vinden.
De SER stelt dat vluchtelingen ondersteuning vanuit de overheid zouden moeten krijgen, onder andere bij het snel geplaatst worden in een gemeente, een snellere start met Nederlandse les en een goede registratie van opleiding en competenties.
Zoals in het SER-rapport ook naar voren komt, is er vanuit de overheid te weinig contact met werkgevers om ervoor te zorgen dat vluchtelingen aan een baan komen. Werkgevers zijn zelf echter ook niet actief bezig om ervoor te zorgen dat vluchtelingen aan het werk komen.
Administratieve rompslomp vormt ook een belemmerende factor. Kijk bijvoorbeeld naar het feit dat vluchtelingen pas vanaf een bepaald moment mogen werken, met een tijdelijk BSN, bankrekeningnummer et cetera.Hoewel er wel de mogelijkheid is om te werken, komen vluchtelingen, zowel asielzoekers als zij die al een status hebben, vaak terecht in een negatieve spiraal. Er moet aan allerlei voorwaarden worden voldaan om te mogen werken, en soms is het verkrijgen van een BSN al lastig genoeg. De mogelijkheid schept dus niet automatisch de gelegenheid om te werken.
Sterke afzondering van vluchtelingen in afgelegen opvangcentra heeft natuurlijk ook een negatieve invloed. Zo krijgen zij geen kansen om in contact te komen met Nederlanders en snel te integreren.
Dit artikel is als groepsopdracht geschreven in het kader van het vak Filosofie en de politieke actualiteit: de “vluchtelingencrisis” op de Universiteit van Amsterdam.
Noten:
[1] Deze feitelijke informatie is ontleend aan:
- https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Onderwijs-doorstroom-arbeidsmarkt-jonge-nieuwkomers%20[MOV-10135960-1.0].pdf
- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/03/20/factsheet-informatie-voor-werkgevers-in-dienst-nemen-statushouders
- https://www.kis.nl/publicatie/welke-rechten-en-plichten-hebben-asielzoekers-en-vluchtelingen-nederland
- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/02/06/onderzoeksrapport-vrijwilligerswerk-stimulans-voor-tijdige-participatie-en-integratie
- https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2016/06/20/handreiking-vluchtelingen
[2]beroepspraktijkovereenkomst (MBO) of stageovereenkomst (HBO)
Verantwoording
Primaire en secundaire bronnen
Rapport ‘Onderwijs en doorstroom naar de arbeidsmarkt van jonge nieuwkomers in Nederland. Een onderzoek naar jonge nieuwkomers van 13-13 jaar ten behoeve van het project K!X Works.’ van het Verwey-Jonker Instituut, Juni 2016
Factsheet ‘Informatie voor werkgevers over stages, werkervaringsplekken en betaald werk door asielzoekers en statushouders’, Rijksoverheid, 2017
Factsheet ‘Welke rechten en plichten hebben asielzoekers en vluchtelingen in Nederland?’, Ewoud Butter, december 2017
Onderzoeksrapport 'Vrijwilligerswerk: stimulans voor tijdige participatie en integratie?', Rijksoverheid, 2018
Handreiking ‘Vrijwilligerswerk door asielzoekers en statushouders in de opvang’, Rijksoverheid, april 2017
artikel ‘Duizenden vacatures, maar vluchtelingen vinden nauwelijks baan’, Rob de Lange, Financieel Dagblad, 11-02-2018
Factsheet ‘Discriminatie en arbeid’, Radar, december 2017
Signalering ‘Nieuwe wegen naar een meer succesvolle arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen’, SER, december 2016 (met name hoofdstuk 2 ‘Analyse integratie vergunninghouders in Nederland’)
Rapport ‘Van AZC naar een baan’, T. de Lange, E. Besselsen, S. Rahouti en C. Rijke, UvA, 2017
Websites
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/09/aantal-mensen-dat-bijstand-ontvangt-blijft-stijgen
https://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010-2019/2016/arbeidsmarktintegratie-vluchtelingen.aspx
http://docplayer.nl/46051900-Van-azc-naar-een-baan.html
https://radar.nl/file/2823337/Factsheet+discriminatie+en+arbeid+def+(1).pdf
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2016/06/20/handreiking-vluchtelingen
https://www.geenstijl.nl/5139592/lalala-geld/
Zie ook:
LHBT-vluchtelingen in Nederland
Meer artikelen over vluchtelingen
Waardeert u ons werk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)
Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email
Meer over vluchtelingen, werk.