Amicales en drugs. De lange arm van Rabat, deel V

In achtergronden door Saïd Bouddouft op 23-02-2019 | 08:45

Toen bleek dat de voormannen van Amicales zich niet alleen te buiten gingen aan corruptie en bedreiging van tegenstanders, maar ook aan drugshandel, werd de positie van de Amicales onhoudbaar. Het vijfde artikel van Said Bouddouft over de geschiedenis van de lange arm van Rabat in Nederland.

De Amicale voelt zich op z’n ziel getrapt. Dit was de kop van een uitgebreid interview in het tijdschrift Motief van februari 1976 met de voorzitter en penningmeester van de federatie van Amicales in Nederland. Journalist Paul de Vries begaf zich toen in de hol van de leeuw om de betrokkenen zelf aan het woord te laten. Hij schreef: “Waar de Marokkaanse Amicale van verschillende kanten in het nauw gedreven, tracht deze organisaties zich de laatste weken krampachtig in een progressief daglicht te stellen.” 

Zoals je in het vierde artikel kon lezen, werden de Amicales geconfronteerd met hevig verzet. De federatie en verschillende afdelingen probeerden zich via de publiciteit een positiever imago aan te meten. Dat werd geen succes. Woorden en daden van de Amicales lagen gewoon te ver uit elkaar. 

Dat was ook het geval tijdens het gesprek dat Paul de Vries met Amicales had.  Dat gesprek vond niet alleen plaats met de voorzitter en de penningmeester, maar ook met een man die niet zijn naam wilde noemen en ook niet wilde aangeven wat voor functie hij bij de Amicales vervulde. Daarmee vergrootte hij alleen maar het wantrouwen tegen de Amicales. 

Drugs

Het was onmogelijk een positief imago te geven aan een club waarvan de voormannen zich te buiten gingen aan corruptie, vriendjespolitiek en bedreiging van tegenstanders, ook als er geen politieke motieven in het spel waren. Bovendien begonnen de leden van de Amicales drugs vanuit Marokko naar West-Europa te exporteren.

De verdenking van drugshandel bestond al heel lang, maar het duurde tot april 1989 voordat bewijzen naar boven kwamen. Het Marokkaans-Nederlands maandblad Al Mizan van juni 1989 berichtte over de arrestatie van zeven sleutelfiguren van de Amicales op verdenking van grootschalige handel in drugs. Het ging om handel in heroïne en hasj. Onder de arrestanten was ook de voorzitter van de afdeling Amsterdam-Oost, die tevens de uitgever was van de verenigingskrant “Solidariteit”. De man was al eerder veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf in Spanje wegens drugssmokkel. Ahmed Lamnadi, toenmalig voorzitter van het Samenwerkingsverband van Marokkanen en Tunesiërs (SMT, de voorganger van het SMN) reageerde als volgt op de arrestatie: “Dat de Amicale zich in die duistere wereld begeeft, is ons al langer bekend. We konden het alleen nooit bewijzen”.

Hierna volgde meer bewijs. Want precies twee jaar later moest de landelijk Amicales-voorzitter M. Amghane toegeven dat de (bestuurs)leden van zijn organisatie in de drugshandel zaten. Dat deed hij in juni 1991 in een interview met Buitenlandersbulletin, het toenmalige maandblad van het Nederlandse Centrum Buitenlanders. Er was toen inmiddels zoveel bewijsmateriaal dat de voorzitter niet veel anders kon. Bovendien waren de Amicales al in 1990 doodverklaard door Koning Hassan II, de oprichter van de Amicales himself.

Reorganisatie 

Het toenmalige Marokkaanse staatshoofd zat kennelijk al langer met de Amicales in zijn maag. In december 1985 bracht hij een bezoek aan Frankrijk. In een toespraak tot een zaal vol Amicales maakte Hassan II duidelijk dat zijn verwachtingen van de club niet waren uitgekomen. Daarom moest de federatie worden gereorganiseerd. Dit gebeurde tijdens een congres in 1986 in Rabat. De Marokkaanse staatstelevisie deed uitgebreid verslag van de opening van het congres door het staatshoofd met aan zijn zijde de voormalige erevoorzitter van de federatie en tevens de kroonprins Mohamed VI. Behalve de televisie, kwamen ook de Marokkaanse dagbladen, in die tijd allemaal organen van de politieke partijen, met berichten over het congres. De werkzaamheden zouden volgens de pers verlopen in “een klimaat van vruchtbare dialoog en met resultaat dankzij de kostbare adviezen van Zijne Majesteit de Koning”.

Achteraf bleek dat resultaat toch tegen te vallen. In de Migrantenstudies van 1993 (nr 4) schreef Herman Obdeijn (toen docent migratiegeschiedenis aan de Universiteit van Leiden): “Koning Hassan moest zelf in 1990 het failliet van deze Amicales toegeven.”Volgens hem was dat geenszins “het eind van de Marokkaanse ‘zorg’ voor de migranten”.

Dirhams, dirhams, nog meer dirhams

Zoals in het eerste artikel werd aangegeven, dacht men in de jaren 60 en 70 dat de Marokkaanse migratie naar Europa tijdelijk was. De gastarbeiders zouden in Europa genoeg geld verdienen om vervolgens naar het land van herkomst terug te keren en daar een toekomst op te bouwen. Eind jaren 80 werd duidelijk dat deze opzet voor de overgrote meerderheid van migranten een droom zou blijven. Wie het wel aandurfde deze droom te realiseren, liep een groot risico in een nachtmerrie terecht te komen. Bijna alle remigranten kregen spijt van hun besluit tot remigratie. De betrokkenen deden er alles aan om terug te keren naar Europa. Door de slechte economisch situatie in Marokko was het voor de remigranten onmogelijk om daar een toekomst op te bouwen.

Economische crisis

Marokko verkeerde in de jaren 70 en 80 in een zeer belabberde economische situatie. De landbouw, de belangrijkste economische sector van Marokko, werd geteisterd door droogte. Bovendien legde de belangrijkste handelspartner van Marokko, de EEG (EU), extra beperkingen op aan de Marokkaanse landbouwexport om de landbouwproductie van de nieuwe leden Griekenland, Spanje en Portugal te beschermen. Marokko had verder een zwakke en verwaarloosde industriële sector en de inkomsten uit toerisme waren ook geen vetpot. Het toerisme was in de tijd van Hassan II vooral gericht op de elite. Er waren zeer luxueuze hotels, maar in aantal zeer beperkt en erg duur. Er werd verder vooral geïnvesteerd in golfbanen en velden voor de paardensport. Midden- en lage klasse hotels werden totaal verwaarloosd en het vervoer was een groot probleem. De omvang en de prijs van de fosfaatexport daalden door de opkomende milieudiscussies in Europa. Hierdoor leverde fosfaat, waarvan Marokko de belangrijkste exporteur was en is, minder op dan de overmakingen van migranten uit het buitenland. Eind jaren 80 stagneerde de deviezenstroom van migranten echter ook.

Valuta uit arbeidsmigratie

In 1986 werd 16.000 miljoen dirham door migranten naar Marokko overgemaakt. Dat was destijds een recordbedrag dat migranten overgemaakt hadden naar Marokko, maar het jaar daarop daalde het bedrag met 800 miljoen en in 1988 en in 1989 zette deze dalende lijn door tot 11.600[i], respectievelijk 11.300[ii]miljoen dirham. Deze dalende lijn bezorgde de Marokkaanse overheid zware hoofdpijn. De Minister van Staat Moulay Ahmed Alaoui sprak in april 1989 over “een verontrustende daling en zorgwekkende situatie”[iii].

De overboekingen van Marokkaanse arbeiders in Europa naar Marokko waren een belangrijke economische bron voor Marokko. Al in de nationale economische plannen van 1968-1972 en van 1973/1977 had de Marokkaanse overheid gastarbeid als een belangrijk exportproduct opgenomen[iv]. Met ‘de export” van de gastarbeid streefde overheid twee doelen na: het genereren van de tegoeden in harde valuta wat broodnodig was voor een land met steeds toenemende schuldenlast en handelstekort, en de vermindering van de werkloosheid. In de jaren 60 en 70 werden de werkloosheidscijfers naar beneden bijgesteld met het aantal vertrokken migranten: elke vertrokken Marokkaan werd als ‘werkende’ geregistreerd.

De dalende deviezenstroom van harde valuta was voor de staat onverteerbaar. Men analyseerde “het probleem” en kwam tot de conclusie dat de vermindering van de inkomsten uit arbeidsmigratie te maken had met stopzetting van migratie uit Marokko, het ontbreken van strategieën van Marokkaanse banken om arbeidsmigranten te stimuleren in Marokko te investeren, de toenemende gerichtheid van tweede generatie op de vestigingslanden en het integratiebeleid van deze landen. Vooral het integratiebeleid van de Nederlandse overheid in die tijd zag men als een bewuste zet om de geldovermaking tegen te houden[v]. In Nederland waren immers veel rechten aan migranten toegekend: passief en actief kiesrecht op lokaal niveau, vereenvoudiging van de naturalisatieprocedure, financiële ondersteuning voor zelforganisaties enz. Dit beleid was krachtiger dan wat de Marokkaanse overheid aan migranten `te bieden’ had.

Nieuwe interventiestrategieen

De Marokkaanse overheid was van mening dat er wat moest gebeuren om aan “die zorgwekkende situatie” een eind te maken. Daarom werd in april 1989 een staatscommissie ingesteld. Aan de samenstelling van deze commissie was duidelijk te merken dat men de zaak niet te lichtvaardig nam. De commissie bestond namelijk uit de hierboven aangehaalde Ministers van Staat, de minister van Financiën, de minister van Handel en Industrie, de minister van PTT (PTT bestond toen nog), de minister van Huisvesting en de twee hoogste ambtenaren van het toen allemachtig ministerie van Binnenlandse Zaken: de gouverneur-directeur en de inspecteur-generaal. Deze commissie moest nieuwe interventiestrategieën ontwikkelen gericht op het genereren van nog meer harde valuta uit arbeidsmigratie. De commissie ging aan de slag en kwam eind 1989/begin 1990 met een behoorlijk aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen vormden de basis van de nieuwe Amicales, dit keer een echt vriendelijke Amicales. Wat dat precies inhield, lees je in het volgende artikel.

 

Noten

[i] Al Mizan, Marokkaans-Nederlands maandblad, jrg 5, nr. 3, juli/aug. 1989

[ii] Herman Obdeijn e.a., Geschiedenis van Marokko, Amsterdam/ Leuven, Bulaaq/ van Halewyck 1999

[iii] Het tijdschrift 'Economie et socialisme' nr. 12, van juni 1992, geciteerd door Mohamed Rabbae in Naast de Amicales, nu de UMMON, 1993, het Nederlandse Centrum voor Buitenlanders

[iv] A. Belguendouz, Les Marocains a L’etranger; citoyens et partenaires, Kénitra (Marokko), Boukili, april 1999

[v] Naast de Amicales, nu de UMMON

 

Eerder verschenen in deze reeks:

Zie ook:

 

Wilt u dat Republiek Allochtonië blijft bestaan? Waardeert u ons vrijwilligerswerk? We kunnen uw steun goed gebruiken. U kunt Republiek Allochtonië steunen en een klein (of groot) bedrag doneren (nu ook via I-deal)

Neem een abonnement op onze dagelijkse nieuwsbrief: Subscribe to Republiek Allochtonië by Email


Meer over amicales, lange arm, lange arm rabat, marokko.

Delen: