Bezet gebied: bedrijven volgen wél het kabinetsbeleid
In opinie door Roemer van Oordt op 10-01-2014 | 21:03
Tekst: Roemer van Oordt
Sinds het aantreden van Rutte II is nogal wat ophef en verontwaardiging ontstaan over politieke keuzes van plaatsbepalende leden van het kabinet in kwesties die raken aan de kern van het Palestijns-Israëlisch conflict. Ook blijkt er hier en daar veel onbegrip voor de vasthoudendheid van bedrijven om na rijp beraad af te zien van het (helpen) in stand houden van de illegale Israëlische nederzettingen in de (grotendeels) bezette Palestijnse gebieden. Dat is gezien de historische verstandhouding tussen Nederland en Israël misschien niet verwonderlijk, maar wel buitengewoon naïef. Deze bedrijven doen immers niets meer of minder dan uitvoering geven aan kabinetsbeleid.
Andere politieke lijn; geen zichtbare consequenties voor beleid
Volgens het kabinet moet Buitenlandse Zaken economische activiteiten in of ten behoeve van Israëlische nederzettingen actief ontraden. De nederzettingen zijn in de optiek van Rutte II illegaal en een bedreiging voor de vrede. Daar komt naar zeggen van het kabinet bij dat opereren in bezet gebied in strijd kan zijn met internationaal recht.
Deze politieke lijn contrasteert op het eerste gezicht scherp met die van Rutte I, waarin Uri Rosenthal (VVD) als onvoorwaardelijke bondgenoot iedere kritische noot over de bezettingspolitiek van Israël knullig maar resoluut onder het tapijt probeerde te vegen. Maar in de praktijk blijft het van overheidswege tot nu toe vooral bij door minister van Buitenlandse Zaken Timmermans (PvdA) flamboyant gebrachte voorstellen, die na binnenlandse of internationale druk met gelegenheidsargumenten en tegenstrijdigheden weer net zo snel worden ingetrokken dan wel worden uitgesteld. Vooral door zijn scherpe oppositierol als Kamerlid op dit dossier, wordt Timmermans nu hij eenmaal zelf op het pluche zit regelmatig geconfronteerd met eerdere uitspraken.
Dat begon met de ‘stikkerkwestie’, waarbij de minister conform zijn opvattingen met verve bepleitte producten die in de bezette gebieden worden gemaakt, maar bestempeld als ‘Made in Israël’ niet langer in te voeren. Een paar maanden later kwam hij daar onder druk van onder meer de VVD op terug. Het meest schrijnende voorbeeld van inconsequent beleid is actueel en in alle opzichten exemplarisch voor de belangen die er mee gemoeid zijn. Het gaat om de beslissing van het grootste waterbedrijf van Nederland, Vitens, geen samenwerking aan te gaan met de watermonopolist in Israël, Mekorot, omdat Israëlische nederzettingen en kolonisten daarmee aantoonbaar zouden worden begunstigd.
Timmermans zei onlangs in tegenspraak met de richtlijnen van zijn ministerie en met een eerder om die reden afgezegd bezoek van minister Ploumen aan Mekorot “geen enkel bezwaar tegen deze samenwerking te hebben”. Niet alleen de druk uit Israël zelf, maar ook Kamervragen van coalitiegenoot VVD en andere politieke bondgenoten in bange dagen (CU en SGP) verklaren een hoop. Opmerkelijk was ook de brievenactie van de Israëlische ambassade richting aandeelhouders van Vitens in provincies en gemeenten. Meest buitenissige resultaat: in Flevoland werd het college in een motie opgeroepen protest aan te tekenen bij Vitens omdat het bedrijf zich zou moeten inzetten vóór de nederzettingen.
Water en nederzettingen: een lelijke mix
De verdeling van beschikbaar (drink)water is al sinds jaar en dag één van de belangrijkste struikelbrokken om te komen tot een allesomvattende vredesregeling in het Midden-Oosten. Ook in het Palestijns-Israëlisch conflict speelt de toegang tot de schaars aanwezige waterbronnen een cruciale rol. Het betreft oppervlaktewater (nagenoeg uitsluitend de Jordaan) en ondergrondse waterbronnen. Deze bronnen zijn waterhoudende lagen in de ondergrond - ook wel aquifers genoemd - die bestaan uit lagen poreus gesteente die zich op lagen ondoorlatend gesteente bevinden en daardoor een deel van de neerslag kunnen vasthouden. Zij vormen een soort reservoirs van waaruit het water wordt opgepompt. De belangrijkste aquifers liggen grotendeels in (bezet) Palestijns gebied.
Het gaat hier veel te ver om alle aspecten van de eerlijke verdeling van en toegang tot water in een stroomgebied te bespreken (denk in dit geval ondermeer om een wirwar aan internationaal waterrechtelijke kwesties, waaronder historisch, bestaand, redelijk en billijk gebruik en om rechten en plichten van de bezetter). Een aantal feiten geven echter wel een idee hoe de vork in de steel zit.
Bijna 85% van al het grondwater dat uit de aquifers in het stroomgebied van de Jordaan wordt opgepompt komt ten goede aan Israël en de joodse nederzettingen in Palestijns gebied. Deze nederzettingen worden door de Palestijnen de ‘groene’ dorpen genoemd, om het contrast met hun eigen ‘gele’ dorpen aan te geven. Pompen van Mekorot boren momenteel op zo’n 400 meter, waardoor ze water onttrekken aan de oudere, veel ondiepere Palestijnse bronnen, die uiteindelijk leeg komen te staan en/of vervuilen. Israël staat niet toe dat Palestijnse boeren zelf nieuwe putten slaan. Sterker nog, in de afgelopen 30 jaar zijn een groot aantal Palestijnse waterputten in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever door Iraël vernietigd. Zelf onttrekt Israël veel meer water aan de aquifers dan in de Oslo- en Wye-akkoorden in de jaren negentig is vastgelegd. Onderzoeken en rapporten van IMF, Wereldbank en internationale NGO’s tonen aan dat tussen de 30 en 40 % van de Palestijnse gebieden niet met water door Mekorot wordt bevoorraad.
Zo ontstaat - zeker in de zomer - een beeld van mooie oases met vegetatie in overvloed, voorzien van zwembaden voor kolonisten en andere waterverslindende attracties, in een overigens dor landschap waar bewoners van Palestijnse steden en dorpen soms dagenlang zonder water zitten en de landbouw sterk wordt bemoeilijkt. Eigen water is - hoe gul - te koop bij Mekorot, dat Palestijnen wel anderhalf keer meer vraagt dan joodse kolonisten. Dat klinkt allemaal behoorlijk dramatisch, en is het ook.
Eenzelfde soort beeld geeft de nederzettingenpolitiek zelf. Door het zichtbaar omcirkelen en afsnijden door middel van exclusieve kolonistenwegen van dorpen en steden, wordt iedere economische ontwikkeling van de Palestijnse gebieden nagenoeg onmogelijk maakt. Net als dit ‘bantoestanbeleid’ is de huidige waterpolitiek van Israël in strijd met een breed scala aan internationale rechtsregels en afspraken waar Israël zich als bezettende macht aan moet houden.
Tegen deze achtergrond is de beslissing van Vitens niet meer dan logisch. Mekorot zou immers onder andere gebruik gaan maken van expertise van het grootste Nederlandse waterbedrijf bij het verbeteren en verfijnen van leidingsystemen, met als doel het water onevenredig te kunnen (blijven) verdelen tussen kolonisten en Palestijnen. Een duidelijk geval van ‘opereren in bezet gebied in strijd met internationaal (water)recht. Het argument dat Palestijnen er mee van zouden profiteren gaat volstrekt voorbij aan de plichten die Israël als bezetter heeft.
Hoe verder?
Voor de goede orde: Timmermans is geen Rosenthal en de beeldvorming en berichtgeving in Nederland over het Palelstijns-Israëlisch conflict is de laatste jaren in meer evenwichtige richting bijgetrokken. Maar zonder effectieve, internationale politieke en economische druk op welke regering in Tel Aviv dan ook, komt de door de internationale gemeenschap gewenste tweestaten oplossing geen stap dichterbij. Israël zal blijven investeren in zijn voldongen-feiten-politiek in (bezet) Palestijns gebied, waarvoor de vervolmaking van de strategische nederzettingenbouw en de maximalisatie van de ‘eigen’ waterwinning exemplarisch zijn.
De keuze die een toenemend aantal bedrijven in Nederland neemt om niet langer te investeren in het Israëlische nederzettingenbeleid, is een bescheiden maar belangrijke eerste stap om aan die druk vorm te geven. Het siert ingenieursbedrijf Royal Haskoning, een aantal supermarktketens, waterbedrijf Vitens en pensioenverzekeraar PGGM dat zij de richtlijnen van Buitenlandse Zaken volgen en niet bezwijken onder de veelzeggende pressie die wordt uitgeoefend door Israël en zijn onvoorwaardelijke pleitbezorgers in Nederland. Daar zou minister Timmermans een voorbeeld aan kunnen nemen.
Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonië. Tussen 1991 en 1995 deed hij onderzoek naar (de relatie tussen) de water- en nederzettingpolitiek van Israël in de bezette Palestijnse gebieden. Meer van Roemer van Oordt op dit blog hier
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Waardeert u ons vrijwilligerswerk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over gaza, israel, palestina, roemer van oordt, Timmermans, water.
Reacties
Het blijft in deze discussie verbijsterend om te zien dat het niet langer willen investeren in projecten en activiteiten die ten goede komen aan (de infrastructuur van) illegale nederzettingen (overigens niet alleen) door deze groepen gelijk wordt gesteld aan een boycot van Israël.
Het is ook veelzeggend dat Likoed Nederland rapporten en onderzoeken van onder meer de Wereldbank over waterverdeling en vernietiging van Palestijnse waterputten en waterreservoirs afdoet als desinformatie en lariekoek. En Daan, nog wat meer onafhankelijk bronnen?
Relevant in dit verband is onder meer het werk van Jan Selby van de Universiteit van Sussex (http://sro.sussex.ac.uk/12318/), die ook was verbonden aan de Universiteit van Tel Aviv. In een interview met de Israëlische krant Haaraetz stelt hij bijvoorbeeld dat de gezamenlijke Israelisch-Palestijnse watercommissie (Joint Water Commission, JWC) die tot stand kwam na de Oslo-akkoorden van 1993, door Israel vooral is gebruikt om de Palestijnen te dwingen en zodanig te chanteren dat ze akkoord gingen met een ontwikkeling waarbij de nederzettingen wel, en de Palestijnse bevolking veel minder toegang kreeg tot de beschikbare hoeveelheid water van de grootste acquifer op de Wetselijke Jordaanoever. Selbey spitte onder meer de notulen door van 142 van de 176 bijeenkomsten van de commissie in een tijdsbestek van 13 jaar en constateerde dat 100% van de door Israel ingediend projecten werd goedgekeurd, tegen veel lagere percentages van de Palestijnse projecten op elk gebied. Selby concludeert dat een aantal donorlanden zich bewust was van deze gang van zaken, maar er de voorkeur aan gaf er geen richtbaarheid aan te geven (Haaretz, 6 aprik 2013: Liquid asymmetry: How the PA is forced to support water projects for West Bank settlements).
http://www.tinekebennema.nl/blog/mekorot-water-en-ik/
Likoed Nederland - 12/01/2014 20:25
Lees de uitgebreide versie van Missing Peace, daar staan de links.
http://missingpeace.eu/nl/2014/01/vitensthe-rights-forum-en-de-feiten-over-water-in-israel/
En wist u - en de auteur - dat Israel een flink wateroverschot heeft, wat alleen al de beschuldiging dat Israel het water voor zichzelf wil houden onzinnig maakt?
Prima dat er voor Israel gelobbyd wordt, maar ik lees dan liever een wat neutralere (dus ook geen Palestijnse bron).
Daarnaast zijn beweringen van Missing Peace zonder bronvermelding en niet controleerbaar.
Tot slot blijft het simpele feit dat Israel illegaal nederzettingen sticht en uitbreidt op Palestijns gebied onweersproken.
Ik ben benieuwd naar de reactie van Roemer van Oordt.
Likoed Nederland - 11/01/2014 12:50
http://www.jpost.com/Enviro-Tech/Desalination-facilities-to-run-at-70-percent-capacity-for-2014-336935
Deze desinformatie afkomstig van Van Agt is uitgebreid weerlegd:
http://missingpeace.eu/nl/2014/01/vitensthe-rights-forum-en-de-feiten-over-water-in-israel/