Angst en liefde
In opinie op 26-06-2012 | 13:02
Jonas Slaats interviewt imam Feisal Abdul Rauf
Imam Feisal Abdul Rauf houdt zich al meer dan vijfentwintig jaar op hoog niveau bezig met de interreligieuze en interculturele dialoog. Hij is zo’n religieuze voorman die wordt uitgenodigd om het World Economic Forum toe te spreken. Maar wereldwijde aandacht kreeg zijn werk uiteindelijk pas vanwege een heftig en sterk gepolitiseerd media-debat: sommigen verzetten zich tegen zijn voornemen niet ver van Ground Zero een islamitisch gemeenschapscentrum te vestigen. De tegenstanders van het centrum hadden nauwelijks aandacht voor het feit dat imam Feisal streefde naar een ‘Cordoba House’ – een plek waar mensen van verschillende religies elkaar ontmoeten in een geest van openheid en dialoog. De discussie duurde weken en weken en haalde zelfs de internationale pers. Maar inmiddels is het weer stil. De plannen voor Park51 (de nieuwe naam van het project) gaan door, met de expliciete steun van de New Yorkse burgemeester, en Imam Feisal zet even vasthoudend als altijd zijn interreligieuze werk bij het Cordoba Initiative voort.
Ik ontmoette deze vriendelijke, warme en inspirerende man in zijn werkkamer in New York, voor een gesprek over angst en liefde – zowel de angst en de waardering voor de islam in de wereld als geheel, als de godvrezendheid en de liefde voor God in onszelf.
Stel dat u de wereld in uw leven maar één boodschap kon meegeven, hoe zou die dan luiden?
Nou, gezien het feit dat mensen de islam ten onrechte zien als een geloof van terrorisme en uitsluiting, is het belangrijkste dat ik zou willen duidelijk maken dat de islam een geloof van liefde, vrede en mededogen is. De islam leert dat de mensheid één is, en het is belangrijk dat we daarin de grondslag voor onze gemeenschapszin vinden. Dat is de reden dat ik mijn laatste boek de titel Moving the Mountain meegaf: ik wil de berg van wantrouwen opzij schuiven. Ik wil de berg van misverstanden over de islam slechten. Ik wil af van de wijdverbreide mythe dat de islam als religie negatief en gewelddadig is. Ik wil af van het idee – zelfs bij moslims – dat er maar één juiste interpretatie van de islam is.
Dat is beslist een loffelijk streven, maar we weten allemaal dat zoiets nu geen gemakkelijk zaak is. Het lijkt erop dat heel veel mensen om allerlei redenen steeds vijandiger tegenover de islam komen te staan. Waar denkt u dat het met die islamangst heen gaat?
De islamofobie neemt inderdaad toe, al denk ik dat dat ook geldt voor de aanvaarding van de islam. Maar belangrijk is dat we een ‘Amerikaanse islam’ ontwikkelen – en een Belgische, Franse, Duitse islam. Daarmee bedoel ik niet dat de theologie zou verschillen, maar wel dat de jurisprudentie, de wetten, de cultuur en de religieuze praktijk zullen afhangen van de context.
Ik ga daarbij uit van de geschiedenis van de islam zelf. Die verbreidde zich van het Arabisch schiereiland naar Egypte, Byzantium, Perzië, India, Afrika. En in elk van die culturen kwam hij tot uitdrukking in steeds weer andere vormen van architectuur, kalligrafie en muziek. En zo moeten ook wij, Amerikaanse moslims, een eigen Amerikaans-islamitische identiteit ontwikkelen die tot uitdrukking komt via de cultuur waarin wij leven.
Voor zover ik zien kan, vindt deze ‘vernieuwing’ van de islam – waarbij mensen nieuwe manieren zoeken om het wezen van de islam vorm te geven binnen een nieuwe context, die van de moderne wereld – al plaats, maar dat dan vooral in migrantengemeenschappen. Dat wil zeggen, ik zie ook wel dat veel leden van die gemeenschappen zich nog steeds oriënteren op Oosterse geleerden, maar tegelijkertijd heb ik het gevoel dat veel van het ‘nieuwe’ denken over de islam afkomstig is van moslimgeleerden in het Westen.
Dat klopt, en dat komt doordat er in het Westen een grote intellectuele en academische vrijheid bestaat. Moslimgeleerden hebben hier meer ruimte. Neem iemand als Rashid al-Ghanoushi, die in Groot-Brittannië woonde. Hij ging na de opkomst van de Arabische Lente terug naar Tunesië, maar voorheen kon hij alleen in het Verenigd Koninkrijk zeggen wat hij dacht. Dat is de reden dat hij Groot-Brittannië een islamitische staat noemde: we kunnen daar in vrijheid ons geloof belijden. Hij baseerde zich daarbij op de islamitische jurisprudentie, waarin de Dar-al-Islam vanouds wordt gedefinieerd als elk land waar moslims kunnen oproepen tot het gebed, waar ze op vrijdag vrijelijk naar de moskee kunnen en waar ze hun doden op islamitische begraafplaatsen kunnen begraven. Dus inderdaad, juist in het Westen komen veel nieuwe ideeën en initiatieven op, en het Westen kan met recht als deel van de Dar-al-Islam worden beschouwd.
U bent zelf een soefi. Ziet u een speciale rol voor het soefisme bij deze ‘vernieuwing’ van de islam?
Soefisme bestaat overal ter wereld. En ik denk dat het een belangrijk deel van ons geloof is omdat het hier om de spirituele dimensie daarvan gaat. Bij elke authentieke spiritualiteit is sprak van een Godsbeleving. Als moslim wordt ik geacht ‘te getuigen van Gods bestaan’. Maar hoe ‘getuig’ ik? Als ik niet leer zijn bestaan spiritueel te ervaren, kan ik alleen maar papegaaien – woorden herhalen. Dus wat mij betreft geeft het soefisme je een werkelijke geloofsbeleving.
Als u mensen oproept een gemeenschappelijke basis voor de verschillende godsdiensten te zoeken, zoals u in uw boek doet, denkt u dan aan het spirituele niveau van het geloof – of toch eerder het morele niveau?
Beide. De gulden regel ‘Behandel anderen steeds zoals je zou willen dat ze jou behandelen’ – is alle godsdiensten eigen, en biedt dus een heel krachtige gemeenschappelijke basis. Binnen de Abrahamitische godsdiensten komt daar uiteraard het geloof in één God bij. Er is dus heel veel waaraan wij een gemeenschappelijke basis kunnen ontlenen.
En de verschillen, ach, die zouden we moeten vieren. Het feit dat u Belg bent weerhoudt u er niet van te genieten van Turkse kebab of baklava. En datzelfde geldt voor muziek, rituelen, enzovoort. Er zijn maar weinig dingen echt exclusief.
Als er zo’n aanzienlijke gemeenschappelijke basis is, hoe kijkt u dan aan tegen landen waar moslims die zich tot een ander geloof bekeren, gestraft worden – gedood soms zelfs?
Dat is gewoon verkeerd. Ook dat leg ik in mijn boek uit. Het gaat om een onjuiste interpretatie van oude wetten. Bij elk bekering die in de tijd van de Profeet tot de doodstraf leidde, was tevens sprake van verraad. Er was oorlog tussen Medina en Mekka, en afvalligheid was nooit alleen maar afvalligheid. Het ging om verraad omdat de mensen die de islamitische gemeenschap de rug toekeerden vervolgens tegen die gemeenschap vochten. Zulk soort verraad gold altijd en overal als halsmisdaad. Ook in de Verenigde Staten. Maar toen de Profeet uiteindelijk een vredesverdrag met Mekka sloot, legde hij zelfs schriftelijk vast dat iedereen die de islamitische gemeenschap verlaten had, veilig terug kon keren. Dat is de reden waarom een vriend van mij, die lid is van het Pakistaanse Hooggerechtshof, afvalligheid op zich niet als strafwaardig misdrijf ziet. Uiteraard is het de grootst denkbare zonde, die God het in het hiernamaals zal bestraffen, maar wij hebben niet het recht om welke straf dan ook op te leggen. Het is net als bij zonden als niet bidden, niet vasten, varkensvlees eten, enzovoort. Die mogen we niet bestraffen omdat het gaat om zonden die niemand schaden. De enige zonden die op aarde bestraft mogen worden zijn zonden die anderen kwaad doen, zoals moord, diefstal, enzovoort.
Gelooft u werkelijk dat God in het hiernamaals de mensen zal straffen die zich als moslim bekeerden tot een ander geloof waarin ze naar eigen zeggen liefde en licht vonden?
Persoonlijk geloof ik dat iedereen die zijn geweten volgt in Gods ogen moslim is. Je kunt moslim zijn in de zin dat je je aansluit bij ‘de traditie van de Profeet’, maar dat is net iets anders dan in God geloven. Een échte moslim is ‘iemand die zich onderwerpt’. Dus iemand die in God en het laatste oordeel gelooft, hoeft nergens bang voor te zijn omdat wat voor God als jouw geloof geldt, alleen afhangt van jouw geloof in Hem, en van je ethiek. Hoe je jezelf noemt doet niet terzake.
Ik hoor een pleidooi voor een oprecht geloof, met hart en ziel beleefd … Dat ligt natuurlijk ook voor de hand bij een Soefi-geleerde. Ik zou u, in die hoedanigheid, dan ook graag een laatste vraag stellen, een die me zeer bezighoudt. Als moderne christen kan ik me uiteraard heel makkelijk aansluiten bij het idee van liefde en eenheid als grondslag voor geloof, maar in de Koran kom je ook voortdurend het begrip takva – Godsvrezendheid – tegen. En daar ben ik minder mee vertrouwd. Het botst zelfs nogal met mijn beleving van God als oneindige bron van liefde. Dus ik zou heel graag weten hoe een soefi zoals u liefde voor God en angst voor God met elkaar weet te verenigen.
Liefde en angst zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille. Als je heel veel van iemand houdt, ben je bang hem of haar te kwetsen. En als je iets verkeerd deed dat degene die je liefhebt pijn zou kunnen doen, heb je daar spijt van en ben je bang voor de reactie. Dus hoe meer je van God houdt, hoe meer je vreest iets verkeerds te doen. Als je voor een zeer machtig iemand verschijnt, wil je graag dat die je waardeert, maar je bent ook bang voor zijn positie en zijn macht. En God is de álmachtige.
Het is als met iemand die zo onvoorstelbaar intelligent of zo overweldigend mooi is dat je hele wezen zich aan die iemand zou willen onderwerpen, voor zo iemand zou willen buigen. Ik herinner me een ontmoeting met een medewerker van de Universiteit van Columbia die in mijn ogen een absoluut genie was, waarbij het voelde alsof mijn geest en mijn intellect zich bogen voor, en zich onderwierpen aan zijn schittering. Wat je hart ertoe brengt zich te onderwerpen als je een overweldigende hoeveelheid schoonheid ziet, is een positieve angst.
Letterlijk betekent ‘taqva’ ‘jezelf beschermen’. Het gaat dus niet zozeer om ‘angst voor God’ als wel om ‘jezelf tegen God beschermen’. Het is als met de zon. We houden van de zon, maar wie te lang in de zon zin, verbrandt. Hoe graag je ook in de zon zit, je moet jezelf ook tegen de zon beschermen, met zonnecrème, bijvoorbeeld. En God is stralender dan een miljoen zonnen, dus wie de intensiteit van het Goddelijke onderschat, riskeert verbranding. Dat is de reden dat God ons waarschuwt: pas op, onderschat mijn macht niet en bescherm jezelf. Hij vertelt ons zelfs met welke crème we ons kunnen beschermen: doe goed, hebt elkander lief, enzovoort. De spirituele ethiek van het geloof is de beschermende crème van de gelovige.
… Hier onderbreekt imam Feisal zichzelf. Even is het stil. Dan zegt hij:
Weet u, ‘liefde’, ‘houden van’, zijn lastige begrippen. Als je zegt ‘Ik houd van döner kebab’, ‘Ik houd van Mozart’, ‘Ik houd van Armani’ of ‘Ik houd van mijn vrouw’, gebruik je steeds hetzelfde woord, maar wat betekent het werkelijk? Welke dynamiek speelt hier? Welke interactie? Als ik zeg dat ik van mijn vrouw hou, betekent dat niet dat ik haar wil koken, fijnsnijden en opeten, zoals bij de kebab. Wat is liefde eigenlijk? Het is een functie van wie liefheeft en van dat waarvan hij houdt. En de aard van de relatie kan heel verschillend zijn, al gebruiken we steeds hetzelfde woord. Dus als we zeggen dat we God liefhebben, wat betekent dat dan? Hoe houden we van God? Op dezelfde manier als waarop je van je vrouw houdt? Of van Mozart houdt? Of van döner kebab? We gebruiken woorden als liefde, angst, ontzag, onderwerping, enzovoort, maar waar het om God gaat, is de betekenis daarvan veel complexer, rijker, dieper. En hun betekenisspectrum is veel breder omdat God de bron van alles is. Dus als we praten over onze ‘liefde’ en onze ‘vrees’ voor God, gaat het om veel meer dan wat je voelt voor je vrouw, voor muziek, voor eten, voor wiskunde, voor romans, enzovoort. Maar tegelijkertijd zitten er aspecten van al die gevoelens in.
Het interview vond plaats in het Engels en is integraal te lezen op Jonas' website. Een Nederlandstalige versie verscheen eerder ook bij 'de nieuwe moskee'
(Vertaling voor de Republiek Allochtonië: Bart Voorzanger)
Volg Republiek Allochtonië op twitter of like ons op facebook. Bezoekt u dit blog geregeld? Waardeert u ons werk? U kunt het laten blijken door ons te steunen.
Meer over feisal abdul rauf, islam, jonas slaats, soefisme.
Reacties
Shabnam Theunissen - 26/06/2012 14:53
Daar kun je goed zien en beleven hoe het in die tijd geweest moet zijn in Cordoba. Joden, christenen en moslims en anders denkenden vreedzaam samen in een spiritueel energiegevende omgeving, die leidde tot grote bloei van wetenschap en kunst.