Allochtone probleemjongeren: populaire cultuur zegt meer dan etniciteit
In achtergronden door Floris Meijer op 07-03-2011 | 12:18
Voor het verklaren van overlastgevend gedrag onder allochtone jongeren wordt vaak gekeken naar hun etnische achtergrond. Begrijpelijk zou je kunnen zeggen, omdat zij vaak te onderscheiden zijn als een homogene groep met een herkenbare culturele of etnische achtergrond. Maar is het wel zo verstandig het gedrag toe te schrijven aan hun etniciteit? Volgens antropoloog en opbouwwerker Francio Guadeloupe is het veel zinvoller te kijken naar hun levensstijl en 'populaire cultuur'. ‘Waarom een hiphopper brandmerken tot Antilliaan?’
Tekst: Floris Meijer
Guadeloupe (Aruba, 1971) is docent aan twee universiteiten en werkt daarnaast als opbouwwerker in Rotterdam.* Volgens Guadeloupe moet je voor de verklaring van de hoge misdaadcijfers onder jongeren met bijvoorbeeld een Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond naar andere factoren kijken dan de cultuur-etnische, waar zo vaak op wordt gewezen.
Urban culture
Veel bepalender voor het gedrag van deze jongeren is de levensstijl, of tot welke populaire cultuur ze behoren. Cultuur is geen kwestie van etniciteit. ‘We moeten kijken naar wat mensen zeggen, hoe ze praten. […] Kijken naar het alledaagse levert veel nuttiger kennis op dan misdaadstatistieken over allochtonen’. Guadeloupe doet veel onderzoek naar de jongerencultuur, of ‘religion of the urban cool’ zoals hij het zelf noemt. Hierin speelt het snel verdienen van veel geld een belangrijk rol, desnoods te bereiken via niet-legale wegen.
Juist in die cultuur schuilt volgens de antropoloog de oorzaak van het probleemgedrag van jongeren, niet zozeer in de botsing tussen de plattelandscultuur van het Rifgebergte of Anatolië met de stedelijke omgeving in Nederland.
Andere oorzaken die zwaarder wegen dan de etnische achtergrond zijn sociaal-economische factoren als de hoge werkloosheid en bezuinigingen op het welzijnswerk, evenals het moeizame proces van gezinshereniging. ‘Als je naar die moeilijke gezinshereniging kijkt, dan is het nog miraculeus dat veel van die kinderen in korte tijd op het HBO terechtgekomen.’
Ook kun je volgens de antropoloog kijken naar plekken waar veel criminaliteit heerst. In sommige wijken of buurten in de grote steden zijn altijd al problemen geweest. Zestig jaar geleden waren het toen alleen niet Marokkaans-Nederlandse jongeren, maar bijvoorbeeld de Brabanders die voor overlast zorgden.
Hand in eigen boezem
Volgens Guadeloupe zijn het echter niet alleen beleidsmakers die ervoor zorgen dat etniciteit als dominante factor wordt gezien in het verklaren van probleemgedrag bij ‘etnische’ jongeren. Ook deze jongeren zelf dragen hieraan bij. Een etnische identiteit aannemen kan voor deze jongeren een strategie zijn om iets voor elkaar te krijgen. ‘Wat mensen heel goed kunnen is het dominante discours gebruiken […]: als je schuldhulpverlening wilt, even de Antilliaan spelen’, aldus Guadeloupe. Ook zijn er onder Antillianen zogenaamde ethnic enterpreneurs. ‘Het is hun belang om te zeggen dat er een specifieke Antilliaanse problematiek is’. Een ander voorbeeld is dat er in sommige gevallen gemeenten wel potjes zijn voor projecten gericht op of uitgevoerd door ‘etnische’ doelgroepen, waardoor aanvragers ‘pragmatisch’ omspringen met hun culturele achtergrond.
Etnisch registreren
Het is van belang dat de discussie onder beleidsmakers en mensen uit het veld over de juiste aanpak van overlastgevende jongeren gevoerd blijft worden. In het verlengde van deze discussie ligt namelijk het debat rond etnisch registeren. De hamvraag daarbij is of de problematiek rond overlastgevende jongeren aangepakt worden op basis van hun etnische achtergrond of op basis van hun gedrag.
Tegen etnisch registeren blijkt de nodige weerstand te zijn. Om die reden werd de Verwijsindex Antillianen (2007) uiteindelijk dan ook van tafel geveegd, maar de discussie speelt momenteel ook weer op rond het voorstel om in bepaalde gemeenten overlastgevende Roma in een database op te nemen.
De wereld zo nu en dan met een andere bril bekijken kan misschien verhelderend werken.
* Dr. Guadeloupe is docent bij de afdeling Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies (CAOS) van de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoeker bij de Amsterdam School for Social Scientific Research (ASSR) van de Universiteit van Amsterdam. In 2006 promoveerde hij in de sociale en culturele antropologie. Momenteel werkt hij aan boek over de relatie tussen popcultuur, migratie en identiteit in het Caribische gebied en Europa.
Lees het interview met Guadeloupe in de maarteditie van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken (TSS, No. 3, pp. 4-7) (alleen voor abonnees).
Lees hier het artikel ‘Geen medelijden meer met etnische minderheden’ over etnisch registreren, van Ruben Gowricharn. Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, juli 2010.
Lees ook: Baard en boerka zijn niet verdacht.
Zie meer over dit onderwerp in de categorie criminaliteit en overlast en het dossier allochtonen, criminaliteit en cultuur
Meer over etnisch registreren, Floris Meijer, Francio Guadeloupe, onderzoek, probleemjongeren.